huisbranden
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: huisbranden (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhœyzbrɑndə(n) / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- huis·bran·den
Woordherkomst en -opbouw
- huisbrand met uitgang -en
Zelfstandig naamwoord
de huisbranden mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord huisbrand