huidplooi

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

huidplooien
Uitspraak
Woordafbreking
  • huid·plooi
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord huidplooi huidplooien
verkleinwoord huidplooitje huidplooitjes

Zelfstandig naamwoord

huidplooi v/m [1]

  1. een vouw in de huid, een dubbele laag huid die je tussen twee vingers kunt klemmen
    • Sinds zijn overstap naar SBS 6 buigt Frank Visser zich over hele andere zaken dan overhangende takken. Zo gaf de edelachtbare dit seizoen juridisch advies aan de openhartige Sabrina die haar geld terug wilde na een gruwelijk mislukte borst- en buikwandcorrectie. Dankzij de ontsierende, hangende huidplooien kon ze haar vagina niet eens meer zienMeester Frank trok zich na die ontboezeming terug in z'n geblindeerde busje om haar dossier uitvoerig te bestuderen en te concluderen dat Sabrina een kansrijke zaak had.[2] 
    • Gisteren zag ik op de televisie een sfeerreportage over de financiële crisis in Griekenland. Op Schiphol werd aan vertrekkende Nederlanders gevraagd hoe ze dat nu gingen doen, zonder pinautomaat. 'Zoals vroeger', riep ik. Met het geld dicht tegen je lichaam. Drijfnatte bankbiljetten in huidplooien. Als 23-jarige ging ik op vakantie met een geheim tasje tegen mijn lichaam. Om de minuut voelde ik. Ja, de paspoorten zaten er nog in en precies genoeg geld voor drie weken eten en eventueel een vervangende broek en schoenen, mocht de koffer kwijtraken.[3] 
    • Daar rolde uit dat symmetrische T-vormige navels met een huidplooi als ‘afdakje’ het aantrekkelijkst werden gevonden. Dat mannen (de vrouwen in het panel denkt de Fin voor het gemak weg) zo’n uitgesproken voorkeur hebben duidt er volgens Sinkkonen op dat er seksuele selectie in het spel is; vrouwen met zulke navels bieden een grotere kans op een gezond en talrijk nageslacht.[4] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[5]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tubantia Jef Willemsen 18-JUNI-17
  3. Volkskrant Nico Dijkshoorn 30 juni 2015,
  4. NRC Sander Voormolen 21 september 2015
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be