hubený

Uit WikiWoordenboek

Tsjechisch

Uitspraak
  • IPA: /ɦʊbɛniː/
Woordafbreking
  • hu·be·ný
Woordherkomst en -opbouw
  • Afgeleid van het werkwoord hubit met het achtervoegsel -ený

Bijvoeglijk naamwoord

hubený

  1. dun, slank, mager
  2. (expressief) mager
    «Po sedmi letech úrodných přišlo sedm roků hubených
    Na zeven vette jaren kwamen zeven magere jaren.
Verbuiging


Vervoeging
Synoniemen
  1. chudý, pohublý, štíhlý, vyhublý, vychrtlý, vyzáblý, podvyživený
  2. chatrný, nevalný
Antoniemen
  1. baculatý, boubelatý, obézní, otylý, silný, tlustý
  2. plodný, úrodný
Afgeleide begrippen
Typische woordcombinaties
Verwante begrippen

Verwijzingen