houtpulp

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hout·pulp
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord houtpulp
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de houtpulpv / m

  1. een door koken onder druk uit hout verkregen grondstof voor papier
    • Deze fabriek is speciaal ontworpen om houtpulp uit hout te halen. 
Vertalingen

Gangbaarheid

93 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[1]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be