houthakker
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: houthakker (hulp, bestand)
Woordafbreking
- hout·hak·ker
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | houthakker | houthakkers |
verkleinwoord | houthakkertje | houthakkertjes |
Zelfstandig naamwoord
de houthakker m
- (beroep) iemand die beroepsmatig houthakt
- ▸ Eén jongen die me direct opviel door zijn gigantische rode baard vertelde me dat hij een houthakker uit Tennessee was. Deze ‘Pogue Mahone’ (‘kiss my arse’ in Gaelic) leek sprekend op de ‘The Dude’ uit de film ‘The Big Lebowski’ met zijn relaxte houding en opvallende charisma.[1]
Vertalingen
1. iemand die beroepsmatig houthakt
Gangbaarheid
- Het woord houthakker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "houthakker" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be