houset

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • houset

Werkwoord

vervoeging van
housen

houset

  1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van housen
    • Jij houset. 
  2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van housen
    • Hij houset. 
  3. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van housen
    • Houset!