houden vast
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: houden vast (hulp, bestand)
- IPA: / ˈhɑudə(n) ˈvɑst / (3 lettergrepen)
Woordafbreking
- hou·den vast
Woordherkomst en -opbouw
- uit houden (werkwoord) en vast (bijvoeglijk naamwoord), hiertussen kunnen nog andere woorden staan
Werkwoord
vervoeging van |
---|
vasthouden |
houden (…) vast
- meervoud tegenwoordige tijd van vasthouden
Gangbaarheid
- Het woord houden vast staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.