houd gereed

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • houd ge·reed
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
gereedhouden

houd (…) gereed

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gereedhouden
    • Ik houd gereed. 
  2. gebiedende wijs van gereedhouden
    • Houd gereed! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gereedhouden
    • Houd je gereed? 

Gangbaarheid