houd boek

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • houd boek
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
boekhouden

houd boek

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van boekhouden
    • Ik houd boek. 
  2. gebiedende wijs van boekhouden
    • Houd boek! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van boekhouden
    • Houd je boek? 


Gangbaarheid