hotelletje
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hotelletje (hulp, bestand)
- IPA: / hoˈtɛləcə / (4 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ɦoˈtɛləcə/, /ɦoʊ̯ˈtɛləcə/
- (Vlaanderen, Brabant): /ɦoˈtɛlətʲə/, /ɦoˈtɛlətʃə/
- (Limburg): /hoˈtɛləcə/
Woordafbreking
- ho·tel·le·tje
Zelfstandig naamwoord
het hotelletje o
- verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord hotel