hotellerie
Uiterlijk
- Geluid: hotellerie (hulp, bestand)
- IPA: / ˌhotɛləˈri / (4 lettergrepen)
- ho·tel·le·rie
- geen meervoud afgeleid van hotel zn met het achtervoegsel -erie
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | hotellerie | |
| verkleinwoord |
de hotellerie v
- (bedrijfstak) (horeca) verzamelnaam voor bedrijven waar je tegen betaling kan eten en overnachten en hun dienstverlening
- ▸ Volgens De Leeuw waren er jaarlijks een paar miljoen online cadeaubonbetalingen van boven de 50 euro, die nu dus niet meer kunnen. "Bij bijvoorbeeld kleding, hotellerie en gastronomie liggen de bedragen al snel hoger. Die partijen worden harder getroffen door de maatregel."[1]
- ▸ De maatregel die voor hem het meeste impact zou hebben is het verbod op niet-noodzakelijke reizen. "Als je tegen de hotellerie zegt dat je alleen gasten uit eigen stad mag ontvangen, dan is het eigenlijk een lockdown. Want zo veel mensen zijn dat niet."[2]
- Het woord hotellerie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑
Weblink bron Leen Kraniotis“Iets online kopen met een cadeaubon van meer dan 50 euro? Dat kan niet meer” (20 juli 2020), NOS - ↑
Weblink bron “Horeca-ondernemer: 'Dat ik mij ernstig zorgen maak, is een understatement'” (28 september 2020), NOS
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 10
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Woorden met 4 lettergrepen in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands met IPA-weergave
- Woord zonder meervoud in het Nederlands
- Achtervoegsel -erie in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Bedrijfstak in het Nederlands
- Horeca in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal