hotell

Uit WikiWoordenboek
Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: hotelhôtel, Hotel

Noors

Uitspraak
Woordafbreking
  • ho·tell
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Franse zelfstandige naamwoord hôtel
Naar frequentie 2006
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   hotell     hotellet     hotell
hoteller  
  hotella
hotellene  
genitief   hotells     hotellets     hotells
hotellers  
  hotellas
hotellenes  

Zelfstandig naamwoord

hotell, o

  1. (bouwkunde), (toerisme) hotel
    «I fjellbygda Trysil ligger vårt hotell med særpreg.»
    In het berggebied van Trysil bevindt zich ons hotel van karakter.
Afgeleide begrippen



Nynorsk

Uitspraak
Woordafbreking
  • ho·tell
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Franse zelfstandige naamwoord hôtel
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   hotell     hotellet     hotell     hotella  

Zelfstandig naamwoord

hotell, o

  1. (bouwkunde), (toerisme) hotel
Afgeleide begrippen


Zweeds

Uitspraak
Woordafbreking
  • ho·tell
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Franse zelfstandige naamwoord hôtel
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   hotell     hotellet     hotell     hotellen  
genitief   hotells     hotellets     hotells     hotellen  

Zelfstandig naamwoord

hotell, o

  1. (bouwkunde), (toerisme) hotel
    «Skall vi ta in på hotell eller sova över hos moster?»
    Zullen we in een hotel (overnachten) of slapen we bij (je) tante?
Afgeleide begrippen