hotelaccommodatie

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  hotelaccommodatie    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• ho·tel·ac·com·mo·da·tie

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  hotel zn  en  accommodatie zn 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	hotelaccommodatie	hotelaccommodaties
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de hotelaccommodatie v

1. de mogelijkheid om te kunnen overnachten in een hotel

   • Een woordvoerder van de luchtvaartmaatschappij zei op zaterdag: ,,Alle passagiers kregen een diner. De passagiers die niet meer meekonden, werden voorzien van vervoer en hotelaccommodatie en zullen op de volgende beschikbare vlucht worden gezet. PIA betreurt het ongemak dat haar passagiers als gevolg van dit incident is overkomen.”  
   • De Britse Susan (9) heeft voor zichzelf een droomreis naar Disneyland Parijs geboekt, terwijl haar vader lag te slapen. Ze slaagde erin zijn wachtwoord voor betaaldienst Paypal te raden en daarmee 1.100 euro uit te geven aan vluchten, een hotelaccommodatie, vipbezoek aan de Eiffeltoren en entreekaartjes voor Disney.  

Gangbaarheid

• Het woord hotelaccommodatie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.