hostie
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hos·tie
Woordherkomst en -opbouw
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘offerbrood’ voor het eerst aangetroffen in 1282 [1]
- Afkomstig van het Latijnse hostia (offer).
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hostie | hosties hostiën |
verkleinwoord | hostietje | hostietjes |
Zelfstandig naamwoord
de hostie v
- (religie) rond plat offerbrood dat volgens de katholieke leer na de consacratie door de priester veranderd is in het lichaam en bloed van Jezus
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord hostie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "hostie" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[2] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.