horecamedewerker
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ho·re·ca·me·de·wer·ker
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van horeca en medewerker
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | horecamedewerker | horecamedewerkers |
verkleinwoord | horecamedewerkertje | horecamedewerkertjes |
Zelfstandig naamwoord
de horecamedewerker m
- (beroep) iemand die werkt in een hotel, restaurant of café
- Horecamedewerkers zijn vaak jongere mensen.
Gangbaarheid
- Het woord horecamedewerker staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.