hopla

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hop·la
[1]
Woordherkomst en -opbouw

Tussenwerpsel

hopla

  1. een uitdrukking die aangeeft dat iets ineens gedaan kan worden of ineens gebeurt
    • Negatieve emoties zijn de voetschimmel van je brein: je hoeft maar op een besmette plek te gaan staan en hopla, daar is die hardnekkige jeuk weer. Maar inmiddels ken ik het medicijn: gewoon ergens anders aan denken. Constateren dat de zon schijnt. Lekker muziekje opzetten. Fijne herinneringen ophalen aan léuke mensen. [2] 
    • Meer dan een derde van de vrouwen geeft toe dat ze weleens stiekem een lelijk kledingstuk van hun man hebben weggegooid. Zoiets zou ik ook zeker doen (“Oh, schat, kijk nou toch: helemaal gekrompen in de was…”), maar daar kom ik bij Richard niet aan toe, want die houdt ieder jaar een rigoureuze opruiming in zijn kledingkast. Dan pakt hij een vuilniszak, doet de kastdeur open, en hopla – veegt in één keer alles leeg. [3] 

Gangbaarheid

92 % van de Nederlanders;
93 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. hopla op website: Etymologiebank.nl
  2. De Telegraaf 30 jun. 2012 Optimisme
  3. De Telegraaf 13 okt. 2012 Mannenkleding
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be