hoornaar

Nederlands

afgeleid van hoorn zn , een verwijzing naar de voelsprieten, met het achtervoegsel -aar; verwant met het Engelse hornet en Latijnse crabro ^[1] ^[2] ^[3]

hoornaar m

(vliesvleugeligen) Vespa soort grote wesp, lid van een geslacht van eusociale wespachtigen. Sommige soorten kunnen tot 5,5 cm lang worden. De hoornaars vormen samen het geslacht Vespa en onderscheiden zich van de andere wespen door de grootte van hun vertex (het deel van het hoofd achter de ogen)
- De Aziatische hoornaar steekt vanuit het niets en dat is behoorlijk pijnlijk, maar niet gevaarlijk voor een mens. Deze wesp is vooral berucht omdat hij honingbijen doodt. Hij kan een massaslachting onder bijen veroorzaken en dat kan weer gevolgen hebben voor de voedselproductie voor de mens. In Europa is er daarom een afspraak om het dier op te sporen en te vernietigen. Dit geldt niet voor de Europese hoornaar; dat is een beschermde diersoort en mag daarom niet worden doodgeslagen. ^[4]

1. Vespa crabro, een soort grote wesp

Het woord hoornaar staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.

In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "hoornaar" herkend door:

47 %	van de Nederlanders;
40 %	van de Vlamingen.^[5]

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	hoornaar	hoornaars
verkleinwoord	hoornaartje	hoornaartjes