hoopgevende
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hoopgevende (hulp, bestand)
- IPA: /hopˈɣevəndə/, bij beklemtoond attributief gebruik /ˈhopɣevəndə/
Woordafbreking
- hoop·ge·ven·de
Woordherkomst en -opbouw
- hoopgevend met de uitgang -e
Bijvoeglijk naamwoord
hoopgevende
- verbogen vorm van de stellende trap van hoopgevend