hooikoorts

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hooi·koorts
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hooikoorts -
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de hooikoortsv / m

  1. (medisch) allergische ontsteking (rinitis) van de slijmvliezen veroorzaakt door stuifmeel (pollen) van planten, vaak grassen of boomsoorten
    • Steeds meer Belgen lijden aan hooikoorts.[3] 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen