hoogzit
Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
- hoog·zit
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hoog bw en zit zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hoogzit | hoogzitten |
verkleinwoord | hoogzitje | hoogzitjes |
Zelfstandig naamwoord
hoogzit m
- hooggeplaatste hut waarin jagers verblijven tijdens de jacht
- ▸ "De gemeente slaat helemaal door. Na Kamervragen van de Partij voor de Dieren heeft de gemeente Berkelland het initiatief genomen om alle jachtveldhouders waar een hoogzit staat, aan te schrijven: ze worden uitgenodigd een bouwvergunning aan te vragen.[1]
- ▸ Met schijnwerpers schrik je ze alleen maar af. Als je op wilde zwijnen wilt jagen, ga je ’s nachts in een hoogzit zitten, in de buurt van een veld waar ze voedsel zoeken.[2]
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord hoogzit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "hoogzit" herkend door:
75 % | van de Nederlanders; |
69 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑
Weblink bron “Inwoners Markvelde hebben het helemaal gehad met Berkelland” (06-12-2007), Tubantia
- ↑
Weblink bron “Geen 'stroperspraktijken' in Engbertsdijksvenen” (29-12-2015), Tubantia
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be