hoogst

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoogst

Bijvoeglijk naamwoord

hoogst

  1. onverbogen vorm van de overtreffende trap van hoog
     De Engelsen hadden verrassend veel sympathisanten onder de Zweden, het gespreksonderwerp was hoogst ongemakkelijk.[1]
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • op zijn hoogst
maximaal; niet meer dan de genoemde hoeveelheid
•  Albert heeft de indruk dat zijn val een hele tijd duurde. In werkelijkheid is er laten we zeggen twee meter verschil tussen hen, op zijn hoogst. [2] 
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen

  1. Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)
    “Kop in het zand” (2015), Uitgeverij Prometheus, ISBN 9789044628142
  2. Lemaitre, Pierre
    "Tot ziens daarboven" 2014 ISBN 9789401601931 pagina 21
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be