hoogopgelopen

Uit WikiWoordenboek


Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoog·op·ge·lo·pen
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen hoogopgelopen
verbogen
partitief hoogopgelopens

Bijvoeglijk naamwoord

hoogopgelopen

  1. met name van een ruzie deze zeer heftig wordt
     Het spandoek hangt er nog, naast de ingang. Een wit laken met de tekst: "PERSONEEL IN ACTIE VOOR EEN GEZONDE ZEEHONDENCRÈCHE". Deze zin vat het hoogopgelopen conflict in Pieterburen goed samen: het gaat om de behandeling van zeehonden, maar misschien nog wel meer om het voortbestaan van de zeehondencrèche.[1]
     Een hoogopgelopen ruzie in Brussel over Uber, de app waarmee je een chauffeur kunt bestellen, zonder een taxibedrijf erbij te halen. De ruzie begon gisteravond, nadat een rechter Uber in Brussel verbood. Eurocommissaris Kroes is woedend en haalde fel uit naar de minister van Mobiliteit. Sindsdien is België in de ban van dit Ubergevecht.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Bronlink geraadpleegd op 26 oktober 2022 Weblink bron “"Respect blijft voor Lenie 't Hart"” (Dinsdag 18 februari 2014, 09:48), NOS
  2. Bronlink geraadpleegd op 26 oktober 2022 Weblink bron
    NOS Nieuws
    “Belgen vechten om Uber” (Woensdag 16 april 2014, 22:35), NOS