hoofs

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoofs
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘vormelijk’ voor het eerst aangetroffen in 1240 [1]
  • afgeleid van hof met het achtervoegsel -s [2]
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen hoofs hoofser hoofst
verbogen hoofse hoofsere hoofste
partitief hoofs hoofsers -

Bijvoeglijk naamwoord

hoofs o

  1. Zoals het aan het hof gebruikelijk is
    • De page maakte hoofs een buiging naar de hertog. 
Verwante begrippen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

61 % van de Nederlanders;
80 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen