Naar inhoud springen

hoofdstuk

Uit WikiWoordenboek
  • hoofd·stuk
enkelvoud meervoud
naamwoord hoofdstuk hoofdstukken
verkleinwoord hoofdstukje hoofdstukjes

hethoofdstuko

  1. bepaalde opdeling van tekst of beeld in een boek, toneelstuk of film
     Ik had het hoofdstuk over het huwelijk uit De profeet al vaker gehoord tijdens bruiloften, voorgelezen door een trotse oom of vader.[3]
     Ik lees drie regels van het eerste hoofdstuk, maar kan mijn aandacht er niet bij houden.[4]
  2. nieuw deel van een ontwikkeling
     Werelderfgoecentrum: Daarmee begint een nieuw hoofdstuk in de opvang van zeehonden. In het gloednieuwe Werelderfgoedcentrum Waddenzee wordt niet alleen gezorgd voor zieke zeehonden (er is ook een speciale lift om ze te vervoeren), maar krijgen de bezoekers ook "het bredere verhaal over de Waddenzee".[5]
     Maar het is tijd voor een nieuw hoofdstuk.[6]
  3. (figuurlijk) deel van iemands leven
     Maar haar aanwezigheid lijkt wel het macabere eind van dat hoofdstuk van mijn leven te zijn.[7]
99 %van de Nederlanders;
99 %van de Vlamingen.[8]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. hoofdstuk op website: Etymologiebank.nl
  3. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  4. Marion Pauw e.a.
    “4 wandelaars en een Siciliaan” (2022), The House of Books, ISBN 9789044363340
  5. Bronlink geraadpleegd op 20 april 2025 Weblink bron “Pieterburen is echt (bijna) leeg na vrijlating Ollie en Brandy” (20 april 2025), NOS
  6. Ronald Giphart e.a.
    “Een familie en een Griekse god” (2023), The House of Books, ISBN 9789044366471
  7. Jessie Burton vert. Marja Borg
    “De muze” (2017), Luitingh-Sijthoff op Wikipedia, ISBN 9789024574704
  8. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be