hoofdschuddende
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hoofd·schud·den·de
Bijvoeglijk naamwoord
hoofdschuddende
- verbogen vorm van de stellende trap van hoofdschuddend
Werkwoord
vervoeging van: | hoofdschudden |
hoofdschuddende
- verbogen vorm van hoofdschuddend, het onvoltooid deelwoord van hoofdschudden