hoofdbezigheid

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoofd·be·zig·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hoofdbezigheid hoofdbezigheden
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de hoofdbezigheidv

  1. de belangrijkste activiteit van iets of iemand
     Vervolgens passeerde hij de Stanhope-fabriek en liep via een achterplaats van het ziekenhuis naar de polikliniek van het Militaire Hospitaal, waar hij zijn hoofdbezigheid had.[2]
     Acteren blijft voor Anderson haar hoofdbezigheid. Haar leven in Londen is in dat opzicht ideaal. ,,Na The X-Files ben ik hier gaan wonen. Ik kreeg in Londen heel andere aanbiedingen. Zoals in de televisieserie Bleak House gebaseerd op het boek van Charles Dickens. Die rol zou ik in Amerika nooit krijgen.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Dokter Zjivago” (1957), G.A. van Oorschot op Wikipedia, ISBN 9789028261396
  3. Bronlink geraadpleegd op 1 april 2022 Weblink bron
    Ab Zagt
    “X-Files-actrice Gillian Anderson laat niet met zich sollen” (13-07-2017), Tubantia