hoofdas

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

[1] hoofdas van een molen
[2-3] hoofdas van het Parijse stratenplan
Uitspraak
Woordafbreking
  • hoofd·as
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hoofdas hoofdassen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de hoofdasv / m

  1. centrale as waar alle delen van een machine omheen draaien
    • Het ongeluk in het IJsselmeer bij Medemblik waarbij de wieken van een windmolen plotseling afbraken, is veroorzaakt door metaalmoeheid. De hoofdas waaraan de wieken vastzaten was verzwakt. Er zaten kleine scheurtjes in die telkens groter werden tot het hele gevaarte afbrak. Dat heeft een woordvoerster van energiebedrijf Nuon woensdag gezegd. [2] 
  2. belangrijkste symmetrie-as van een voorwerp
    • In Nederland zie je vooral ‘offset dishes’ met de ontvangkop ver uit het midden aan de onderkant van de ovale schotel. Ook dit zijn paraboloïde schotels, de ontvangkop staat even goed in het brandpunt, maar er is een heel ander deel van de paraboloïde gebruikt: een vlakker deel dat niet dwars op de hoofdas staat. De virtuele hoofdas staat wel degelijk op de omroepsatelliet gericht, de foute oriëntatie van de schotel is maar gezichtsbedrog. [3] 
  3. belangrijkste verbindingszone
    • Als bewoner van de omgeving van het spoor was ik betrokken bij de oprichting van TNO, de vrij gekozen afkorting van Twentelijn Niet door Oldenzaal. Want destijds werd nog uitgegaan van een noordelijke variant van de Betuwelijn. Die is er nooit gekomen. Na de miljarden verslindende hoofdas verdween de geplande aanleg van een noordtak door Gelderland en Overijssel definitief uit beeld. De extra goederentreinen kwamen er wel. [4] 
    • De paden langs de grafkamers liggen in het verlengde van de hoofdas. Ze vormen elipsvormige cirkels rondom het hoofdpad. De gebogen lijnen symboliseren de levensloop. In de hoek ten noordoosten van het terrein komt een dienstgebouw. De Laan van Moquette zal toegang geven tot de dienstingang. Aan de noordzijde van de Meester Ponsteenlaan komt een wandelpad met haag. [5] 
Vertalingen

Gangbaarheid

88 % van de Nederlanders;
87 % van de Vlamingen.[6]

Verwijzingen