honneurs
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hon·neurs
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | - | honneurs |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
honneurs mv
Uitdrukkingen en gezegden
- De honneurs waarnemen
In plaats van iemand anders ergens aanwezig zijn, een bepaalde taak vervullen etc.
Gangbaarheid
- Het woord honneurs staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "honneurs" herkend door:
92 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[2] |
Verwijzingen
- ↑ honneurs op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be