Naar inhoud springen

honneur

Uit WikiWoordenboek
  • hon·neur
enkelvoud meervoud
naamwoord honneur honneurs
verkleinwoord - -

dehonneurm [2]

  1. betuiging van beleefdheid en hoogachting, eerbewijs
  2. (spel) speelkaart: aas, heer, vrouw, boer en in bepaalde spelen ook de tien in de troefkleur


enkelvoud meervoud
zonder lidwoord met lidwoord zonder lidwoord met lidwoord
  honneur     l'honneur     honneurs     les honneurs  

honneur m

  1.  eer zn  [1]; roem
  2.  eer zn  [2]; kuisheid
  3. eerbetoon; hulde