honkman
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- honk·man
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van honk zn en man zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | honkman | honklui honklieden honkmannen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de honkman m
- (sport) honkbalspeler die bij een honk staat
- ,,We hebben plezier, het gaat lekker, zei derde honkman Carlos Correa. ,,We spelen goed, winnen alles, dit willen we doortrekken. [1]
- Hij debuteerde als tweede honkman, maar verloor met zijn team met 3-2 van Los Angeles Dodgers. Albies kon zelf een punt binnenhalen omdat hij het tweede honk bezette toen Johan Camargo een homerun sloeg. [2]
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord honkman staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "honkman" herkend door:
81 % | van de Nederlanders; |
70 % | van de Vlamingen.[3] |
Verwijzingen
- ↑ Tubantia 18-03-17 Honkballers tegen Puerto Rico in halve finale World Baseball Classic
- ↑ Tubantia 02-08-17 'Ozzie' Albies maakt debuut in MLB bij Atlanta Braves
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be