honingeter
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: honingeter (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ho·ning·eter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van honing zn en eter zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | honingeter | honingeters |
verkleinwoord | honingetertje | honingetertjes |
Zelfstandig naamwoord
de honingeter m
- iemand (mens of dier) die honing eet
- (zangvogels) een vogel uit de familie Meliphagidae en orde zangvogels en de superfamilie Meliphagoidea
Hyponiemen
Gangbaarheid
- Het woord 'honingeter' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.