honderdeenennegentig

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

0 1 9 1
honderdeenennegentig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • hon·derd·een·en·ne·gen·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

honderdeenennegentig

  1. "191", het getal tussen honderdnegentig en honderdtweeënnegentig, honderd plus eenennegentig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen honderdeenennegentig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer honderdeenennegentig van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "honderdeenennegentig" ht als linkerdeel

Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord honderdeenennegentig honderdeenennegentigs
verkleinwoord honderdeenennegentigje honderdeenennegentigjes

Zelfstandig naamwoord

de honderdeenennegentigv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 191 is aangeduid
    • Als jij honderdeenennegentig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

honderdeenennegentig mv

  1. groep van 191 eenheden
    • Die honderdeenennegentig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid