honderdachtentachtig

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

0 1 8 8
honderdachtentachtig,
op een abacus
Uitspraak
Woordafbreking
  • hon·derd·acht·en·tach·tig
Woordherkomst en -opbouw

Hoofdtelwoord

honderdachtentachtig

  1. "188", het getal tussen honderdzevenentachtig en honderdnegenentachtig, honderd plus achtentachtig
    1. om een hoeveelheid aan te geven
      • De totale kosten bedragen honderdachtentachtig euro en zevenendertig cent. 
    2. om een plaats in een volgorde aan te geven
      • We logeerden vlakbij het strand in kamer honderdachtentachtig van het grootste hotel. 
Schrijfwijzen
Synoniemen
Afgeleide begrippen

rangtelwoord

hooftelwoorden samengesteld met "honderdachtentachtig" ht als linkerdeel

Vertalingen
enkelvoud meervoud
naamwoord honderdachtentachtig honderdachtentachtigs
verkleinwoord honderdachtentachtigje honderdachtentachtigjes

Zelfstandig naamwoord

de honderdachtentachtigv / m

  1. dat wat in een (rang)ordening met 188 is aangeduid
    • Als jij honderdachtentachtig opruimt doe ik de twee kamers daarna wel, want die zijn kleiner. 

honderdachtentachtig mv

  1. groep van 188 eenheden
    • Die honderdachtentachtig kunnen onmogelijk een complete brigade met tanks tegenhouden. 

Gangbaarheid