hondenvoer
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: hondenvoer (hulp, bestand)
Woordafbreking
- hon·den·voer
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van hond en voer met het invoegsel -en-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hondenvoer | |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
het hondenvoer o
- eten voor honden
- Als ik geen gewoon vlees meer kan eten dan ga ik maar hondenvoer eten dacht de zwerver toen zijn geld bijna op was.
Gangbaarheid
- Het woord hondenvoer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hondenvoer" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be