hondenbeet

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hon·den·beet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hondenbeet hondenbeten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de hondenbeetm

  1. (medisch) een beschadiging van de huid die ontstaan is door een bijtende hond
     In China zijn bijna 5000 honden afgemaakt, nadat in juli en augustus vijf mensen waren gestorven na een hondenbeet. Lange tijd was het in China normaal om alle honden in de buurt dan te vermoorden, maar nu trappen dierenactivisten op de rem.[2]
     De man had na de hondenbeet de wond gespoeld met water en alcohol. Ruim een maand later ging zijn arm pijn doen en werd hij ziek. Zijn toestand verslechterde snel, waarna hij werd opgenomen in het ziekenhuis. Hij wordt nu behandeld op de intensive care van het AMC.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 13 januari 2023 Weblink bron “Chinezen gebeten, 5000 honden afgemaakt” (Maandag 8 september 2014, 20:37), NOS
  3. Bronlink geraadpleegd op 13 januari 2023 Weblink bron “Nederlander (52) met hondsdolheid” (Woensdag 26 juni 2013, 11:58), NOS