homologeren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: homologeren (hulp, bestand)
Woordafbreking
- ho·mo·lo·ge·ren
Woordherkomst en -opbouw
- afgeleid van het Franse homologuer (met het achtervoegsel -eren) [1] [2]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
homologeren |
homologeerde |
gehomologeerd |
zwak -d | volledig |
Werkwoord
homologeren [3]
- overgankelijk bekrachtigen, goedkeuren
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord homologeren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Verwijzingen
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 11
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- Achtervoegsel -eren in het Nederlands
- Zwak werkwoord (-d) in het Nederlands
- Werkwoord in het Nederlands
- Niet-samengesteld werkwoord in het Nederlands
- Overgankelijk werkwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal