homogenisator
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- ho·mo·ge·ni·sa·tor
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van homogeniseren met het achtervoegsel -ator
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | homogenisator | homogenisatoren homogenisators |
verkleinwoord | homogenisatortje | homogenisatortjes |
Zelfstandig naamwoord
de homogenisator m
- apparaat dat homogeniseert (waarmee vetbolletjes in melk kleiner worden gemaakt tegen roomvorming)
Gangbaarheid
- Het woord 'homogenisator' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.