homespun
Uiterlijk
- home·spun
- uit het Engels [1]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | homespun | |
| verkleinwoord |
- zelfgemaakte, grove kleding
- Het woord homespun staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "homespun" herkend door:
| 15 % | van de Nederlanders; |
| 13 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ homespun op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be