holisme
Uiterlijk
- ho·lis·me
- In de betekenis van ‘biologisch-filosofische leer’ voor het eerst aangetroffen in 1950 [1]
- Afleiding van het Griekse holon (het geheel) met het achtervoegsel -isme [2]
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | holisme | - |
| verkleinwoord |
het holisme o
- theorie dat er een samenhang bestaat in de werkelijkheid die enkel uit een beschouwing van het geheel blijkt en niet terug te vinden is in de onderdelen
- Het woord holisme staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "holisme" herkend door:
| 83 % | van de Nederlanders; |
| 77 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "holisme" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ holisme op website: Etymologiebank.nl
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
Categorieën:
- Woorden in het Nederlands
- Woorden in het Nederlands van lengte 7
- Woorden in het Nederlands met audioweergave
- WikiWoordenboek:Pagina's die ISBN magische koppelingen gebruiken
- Achtervoegsel -isme in het Nederlands
- Zelfstandig naamwoord in het Nederlands
- Woordenlijst Nederlandse Taal
- Prevalentie Nederland 83 %
- Prevalentie Vlaanderen 77 %