hofkring

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hof·kring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hofkring hofkringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de hofkringm

  1. de nauwe, gesloten, kliek van mensen die verbonden zijn aan een hoogwaardigheidsbekleder
     En afgezien van deze zorgzame keuze van de gasten onderscheidden de soirees van Anna Pavlovna zich ook door het feit dat er op haar soiree iedere keer wel een nieuwe, interessante persoonlijkheid was die ze aan haar gezelschap voorstelde, en dat nergens anders dan op deze soirees de politieke thermometer van de stemming in de loyale Petersburgse hofkringen zo goed af te lezen was.[2]
     Roelant Savery (1576-1639) was een buitengewoon getalenteerd schilder uit de Zuidelijke Nederlanden, gespecialiseerd in bos- en berglandschappen, dierstukken en bloemstillevens. Zijn schilderijen brachten in zijn eigen tijd al fenomenale bedragen op en waren geliefd in hofkringen.[3]

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  3. Bronlink geraadpleegd op 21 januari 2022 Weblink bron “Mauritshuis verguld met nieuwe aankoop” (10 maart 2016), Reformatorisch Dagblad