hofarts

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

I. Groneman hofarts van de sultan van Jogjakarta
Uitspraak
Woordafbreking
  • hof·arts
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hofarts hofartsen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

hofarts m [1]

  1. een arts die speciaal voor een koning, koningin en de koninklijke familie zorgt
    • ,,Haar minaars, vaak aanzienlijk jonger dan zijzelf, werden eerst getest op intelligentie, daarna door de hofarts medisch gekeurd en tenslotte door een goede vriendin op seksuele capaciteiten getoetst." [2] 
    • Prinses Máxima trok haar echter over de streep, aldus de krant. „Zij belde rechtstreeks met Masako om haar uit te nodigen voor de inhuldigingsceremonie en de troonsbestijging mee te vieren.” Na overleg met de hofarts besloot Masako mee te gaan naar Nederland. De reis naar Nederland was de eerste officiële buitenlandse reis voor de twee samen sinds hun bezoek aan Nieuw-Zeeland in 2002. [3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
91 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen