hoerageroep

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoe·ra·ge·roep
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hoerageroep
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

het hoerageroepo

  1. luide uitroep van vreugde en bewondering
     Tegen negen uur 's ochtends hoorde hij schoten in de verte en hoerageroep, hij zag gewonden teruggebracht worden (het waren er niet veel) en ten slotte zag hij hoe een heel detachement Franse cavaleristen te midden van een honderdtal kozakken werd weggevoerd.[2]
     Zodoende is er voor hoerageroep over de NAVO-Ruslandrelaties zeker geen aanleiding; er is nog een hoop te doen. Het valt te waarderen dat de betrekkingen zijn verbeterd, maar we moeten ons ervan bewust zijn dat in de (internationale) politiek niet liefdadigheid maar eigenbelang het leidmotief is.[3]
Synoniemen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Oorlog en Vrede” (1869), van Oorschot, ISBN 978902825115 1
  3. Bronlink geraadpleegd op 21 januari 2022 Weblink bron
    Dr. M. de Haas
    “NAVO en Rusland in de ”reset”” (11 februari 2011), Reformatorisch Dagblad