hoekbad

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoek·bad
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hoekbad hoekbaden
verkleinwoord hoekbadje hoekbadjes

Zelfstandig naamwoord

het hoekbado

  1. bad dat speciaal gemaakt is om in de hoek van een badkamer geplaatst te worden
    • Actrice Kimberley Klaver gaf vandaag een badeentje zwemles in haar riante, half volgelopen hoekbad. [1] 
    • De badkamer wordt door de bewoner gekscherend 'balzaal' genoemd, gezien de zeer grote oppervlakte. Er staan een hoekbad, dubbele lavabo en toilet. [2] 

Gangbaarheid

90 % van de Nederlanders;
83 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen