hoede

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoe·de
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord hoede -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de hoedev / m

  1. waakzaamheid
  2. bewaking, bescherming, bewaring, zorg
Afgeleide begrippen
Uitdrukkingen en gezegden
  • [1] op <mijn, je, zijn, haar, hun> hoede zijn
waakzaam zijn
  • [2] onder <mijn, je, zijn, haar, hun> hoede nemen
zorg voor iets of iemand op zich nemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
hoeden

hoede

  1. aanvoegende wijs van hoeden

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen


Afrikaans

Uitspraak
Woordafbreking
  • hoe·de

Zelfstandig naamwoord

enkelvoud meervoud
naamwoord hoede

hoede

  1. hoede

Zelfstandig naamwoord

hoede mv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord hoed
Synoniemen


Middelnederlands

Woordherkomst en -opbouw

Zelfstandig naamwoord

hoede v / m

  1. voorzichtigheid, behoedzaamheid
  2. bewaking, bescherming, zorg
Synoniemen

Verwijzingen