hing op
Uiterlijk
- hing op
vervoeging van |
---|
ophangen |
hing op
- enkelvoud verleden tijd van ophangen
- Ik hing op.
- Jij hing op.
- Hij, zij, het hing op.
- Ik hing op.
- Het woord hing op staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.