Naar inhoud springen

hinchen

Uit WikiWoordenboek
vervoeging van
henchir

hinchen

  1. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van henchir
vervoeging van
henchirse

hinchen

  1. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van henchirse
vervoeging van
hinchar

hinchen

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van hinchar
  2. gebiedende wijs (bevestigend en ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van hinchar
vervoeging van
hincharse

hinchen

  1. aanvoegende wijs derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van hincharse
  2. gebiedende wijs (ontkennend) derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van hincharse
vervoeging van
hinchir

hinchen

  1. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd (presente) van hinchir