heuveltop

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

kasteel op een heuveltop gelegen
Uitspraak
Woordafbreking
  • heu·vel·top
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord heuveltop heuveltoppen
verkleinwoord heuveltopje heuveltopjes

Zelfstandig naamwoord

de heuveltopm

  1. (aardrijkskunde) het hoogste punt van een heuvel
    • Zijn contragewicht in de roman is Josip Tudjman, veteraan uit de Tweede Wereldoorlog en beheerder van de kabelspoorbaan die van het slaperige Kroatische stadje naar de heuveltop leidt. Boven stond vroeger de orthodoxe kerk maar nu het heldenmonument van de socialistische heilstaat.[2] 
    • Het leger veroverde de afgelopen uren het westelijke deel van Palmyra en de citadel op de heuveltop naast de stad. Vandaag wordt volgens het observatorium de stad onderzocht op de aanwezigheid van mijnen.[3] 
Vertalingen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[4]

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard 1 DECEMBER 2017
  3. Tubantia 02-MAART-2017
  4. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be