Naar inhoud springen

hetz

Uit WikiWoordenboek
  • hetz
vervoeging van
hetzen

hetz

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hetzen
    • Ik hetz. 
  2. gebiedende wijs van hetzen
    • Hetz! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van hetzen
    • Hetz je?