hervonden

Uit WikiWoordenboek

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • her·von·den
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van
hervinden

hervonden

  1. meervoud verleden tijd van hervinden
    • Wij hervonden. 
    • Jullie hervonden. 
    • Zij hervonden. 
  2. voltooid deelwoord van hervinden