herstelde
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- her·stel·de
Werkwoord
vervoeging van |
---|
herstellen |
herstelde
- enkelvoud verleden tijd van herstellen
- Ik herstelde.
- Jij herstelde.
- Hij, zij, het herstelde.
- Ik herstelde.
- verbogen vorm van hersteld, voltooid deelwoord van herstellen